Ons kent ons
Voordat we uitgebreid zullen pochen over de luxe op Bunaken (een heerlijk rustig bijna Bounty-eiland), praten we jullie eerst bij over de laatste avonturen in Gorontalo. Hier in de ‘verplichte’ chill-stand komen we erachter dat de gebeurtenissen met de familie slopend maar vooral hilarisch zijn.
De tweede dag van ons verblijf in Gorontalo zijn we met z’n zessen naar een groot koloniaal huis midden in Manado gereden. Hier schijnt Ernst gewoond te hebben tot vlak voor zijn vertrek naar Nederland. Op weg naar dit huis reden we langs een tandarts. Op het bordje van de praktijk dacht Ernst een naam te herkennen en wilde op de terugweg hier ook even langsrijden.
Toen we bij het immense huis aankwamen, reed de chauffeur zonder gêne zo het erf op. De bewoners keken raar op toen Ernst de binnenplaats opliep en vroeg of hij zijn oude woonhuis mocht bekijken. Zoals we inmiddels gewend zijn, was het geen probleem en mochten we overal kijken. Het huis bleek inmiddels een pastorie te zijn, in elke hoek staan Maria-beelden en hingen foto’s van de paus.
Op de terugweg stopten we bij de tandarts, de chauffeur reed wederom het erf op en parkeerde midden op de oprit voor de gesloten poort. Er werd driftig aan de bel geslingerd, maar er werd niet opengedaan. Na een paar minuten kwam er een grote terreinwagen aangereden die vlakbij de oprit stopte. De ruiten waren geblindeerd, maar toch kregen we het gevoel dat de tandarts in de auto zat. De wagen bleef als het ware een soort van twijfelachtig op straat staan en leek verbaasd dat er een andere auto op zijn oprit stond. Toen de beste man uitstapte en Ernst zag, leek er een blik van herkenning over zijn gezicht te komen. Hij en Ernst omarmde elkaar stevig en we mochten direct binnenkomen. Ernst en Oom Rudi hebben gedurende hun schooltijd in Surabaya bij de tandartsfamilie ingewoond, totdat de kinderen naar Nederland vertrokken. Terwijl wij gefêteerd werden met drinken, koekjes en macaroni met ham en kaas, bedacht Olav zich dat de tandarts (van wie we de naam nooit hebben kunnen onthouden) een stuk jonger moest zijn dan Ernst en elkaar eigenlijk nooit gezien kunnen hebben in Indonesië. Olav vroeg ernaar. “Pa, hoe oud is de tandarts? Hoe oud ben jij.” Het verschil bleek 22 jaar. Ernst was 14 toen hij naar Nederland vertrok. Waarop Olav antwoordde dat ze elkaar dus helemaal niet kunnen kennen: “Hij was nog vloeibaar toen jij naar Nederland vertrok!” Hierop had Ernst maar één antwoord: “Het kan.” Tja, daarop hebben wij dan niets meer te zeggen… Achteraf bleek de tandarts de zoon of het broertje/neefje van degene bij wie Ernst daadwerkelijk had ingewoond.
In de middag gaan we even naar dé Mall van Gorontalo, een klein overdekt winkelcentrum, waar eigenlijk niet veel te vinden is (behalve verbaasde blikken als wij langslopen en zoete broodjes met kaas).
In de middag vertrekt het gezelschap richting de begraafplaats waar verschillende Agaatszen liggen begraven. Vorig jaar zijn we hier geweest en waren alle graven overwoekerd en sommige beschadigd door de tand des tijd. Dit jaar is alles netjes opgeruimd, geschilderd en zelfs gerestaureerd. Etty heeft haar zoon aan het werk gezet, alles ziet er piekfijn uit! Ernst strooit hier het as van zijn onlangs overleden broer uit. Een emotioneel moment.
De volgende morgen gaat de wekker vroeg, héél vroeg: 3:00 uur in de nacht. We moeten namelijk het vliegtuig van 5:30 uur terug naar Manado halen om naar Bunaken te gaan. Dit blijkt een hele klus te zijn. We komen aan op de luchthaven, er staan weer 300 kruiers klaar om onze bagage te dragen en er wordt zelfs een soort van ruzie over gemaakt! Bij de incheckbalie (een soort bureau dat ervoor door moet gaan), begint de heisa. De bagage wordt op een ouderwetse weegschaal gelegd (zo één die je in films op een markt tegenkomt). We blijken te zwaar te zijn en moeten bijbetalen. Met een rekenmachine wordt bepaald (bedacht) hoeveel we moeten betalen en terugkrijgen. Het wisselgeld wordt verderop (bij een winkeltje?) gehaald en de kwitantie komt weer ergens anders vandaan. Het labelen van de bagage gaat mogelijk nog interessanter. Persoon 1 controleert de paspoorten met de gegevens op de computer. Na goedkeuring van persoon 2 wordt het label geprint door persoon 1. Vervolgens wordt het label via 2 naar persoon 3 gegeven. Deze zet er twee krabbels op en geeft het door naar persoon 4, deze staat er puur en alleen als schakel om te voorkomen dat iemand een stap moet zetten, en geeft het label door aan persoon 5. Deze persoon plakt met de grootst mogelijke inspanning (tong uit de mond) het label aan de juiste koffer. Dit alles gebeurt heerlijk inefficiënt koffer voor koffer terwijl er tussendoor nog labels voor andere reizigers worden geprint. Je begrijpt dat wij inmiddels aardig wat schietgebedjes doen in de hoop dat onze bagage goed aankomt.
Gelukkig gaat alles goed en zitten we terwijl de zon opkomt in het vliegtuig en een klein uur later in de auto richting de boot die ons naar Bunaken brengt. Hier arriveren we in de loop van de middag. We wachten in de zon (eindelijk zon, na een week regen) totdat onze kamers klaar zijn. Terwijl we wachten op de pier komen Jochem en Angelina ons tegemoet, Angelina herkent ons direct. Later in The Village komen we June de dive-master tegen. Hij herkent Olav als van ver en is in direct enthousiast om zijn ‘friend’ weer terug te zien.
Olav en Martijn moeten de dagen dat we hier zijn flink studeren, ze willen hun PADI Open Water halen en moeten een flink boek lezen en 6 duiken maken. De eerste twee, die normaal in een zwembad plaatsvindt, maken zij in een lagune. De 4 open water duiken zijn in de zee langs de koraalriffen. Elke duik zijn de heren meer enthousiast. Tijdens de 3e en 4e duik gaan Henny, Loïs en Hilleke mee op de boot om te snorkelen. Met de onderwatercamera van Martijn kunnen we de meest mooie foto’s maken!
Ze zien ca. 10 zeeschildpadden, ontelbaar veel verschillende vissen (groot en klein) en een grote rog.
Tijdens een van de maaltijden zegt Loïs dat ze toch wel een beetje genoeg heeft van het rijst eten en dat ze verlangt naar aardappels. Wij kijken elkaar wel een beetje geschrokken aan omdat we pas 10 dagen onderweg zijn en Loïs thuis, als ze de kans krijgt, voor rijst kiest. Loïs is zelf ook verbaasd en kiest er wel voor om de laatste paar maaltijden (lunch en diner) geen rijst op te scheppen. Ze is vooral blij met de macaroni en kentang goreng met mayonaise.
Vandaag tijdens de laatste avond hier maakt Olav zijn final exam en krijgt zijn diploma. Martijn is nog druk in het laatste hoofdstuk van het boek en maakt zijn toets morgenochtend.
Terwijl wij aan het relaxen zijn zit Ernst nog altijd in Gorontalo. Hij is een extra week met zijn familie en laat zich in de gehuurde auto van plek naar plek rijden. Elke avond probeert Henny contact met hem te krijgen via de mobiel. We hebben hier twee sim-kaarten gekocht om elkaar op de hoogte te kunnen houden. Dit blijkt echter lastiger dan gedacht. Als Ernst belt liggen wij in het zwembad of al te slapen (23:30u is geen Christelijke tijd vinden wij) en als wij bellen neemt Ernst niet op. Zo bellen we achter elkaar aan en is het lastig elkaar te pakken te krijgen. Wij twijfelen soms of Ernst weet hoe hij op moet nemen of dat hij de ringtone wellicht überhaupt niet hoort… Gelukkig lukt het een paar keer wel en blijkt dat hij het ook prima naar zijn zin heeft!
Morgen vertrekken we weer naar Manado en de Minahasa om daar de natuur in te gaan en Lukman nog een keer te ontmoeten. Van de eigenaar van het resort op Bunaken hebben we het adres van een goed steakhouse gekregen dichtbij ons hotel. Dus even geen rijst en daar is vooral Loïs erg blij mee ;-)
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}