olavenhill.reismee.nl

Hilleke en het avontuur in het zand

Normaliter schrijven we altijd in de ‘wij’ vorm, zodat niet altijd duidelijk is wie geschreven heeft. Dit keer, heb ik echter besloten om vanuit mezelf te schrijven.

We zitten nu bijna vier weken in Afrika en hebben al aardig wat dingen meegemaakt, maar rijden over zand is een verhaal apart. Al in Sossusvlei, waar we ruim drie weken geleden waren, begon dit avontuur. Wanneer je in zand rijdt, hebben de banden minder grip. Daarom moet je de spanning verlagen, zodat je makkelijker weg kunt komen. Je kunt de auto in high 4x4 en low 4x4 zetten, dat houdt in dat je de toeren van de motor kunt controleren en als je vast zit, weg kunt komen. Het enige probleem in Sossusvlei, op het 5 kilometer lange stuk, was dat ik dat nog niet helemaal door had. Het gevolg daarvan, binnen no-time zat ik met m’n banden vast in het zand, en kon ik gassen wat ik wilde, we kwamen niet verder. Gelukkig kwam er een grote ranger aan in zijn Toyota Land-cruiser (zo’n auto wil ik de volgende keer dat ik ergens in Afrika ga rijden ook, wat een wagens zijn dat zeg!) Hij gebood mij uit te stappen om zelf de auto eruit te halen. Olav en ik stonden aan de bumper te duwen en hij reed de auto langzaam de berm in. Vervolgens zijn we bij hem ingestapt en doorgereden naar de vallei. De nederlaag kon voor mijn gevoel niet groter… (Op de terugweg heb ik hem trouwens wel zelf door het zand gekregen!)

Bij deze ene keer bleef het helaas niet. Toen we in Botswana van Kasane naar Chobe reden, ging de weg over van asfalt naar gravel naar zand. En ook dit zand was hoog! Door mijn eerdere ervaring, schoot ik direct in de stress en kon ik totaal niet helder nadenken. Het begin ging goed, maar toen er een tegenligger aankwam was het einde zoek. De weg was smal, het zand was hoog en ik wist niet waar ik heen moest. Ik kon de auto de berm in sturen, maar toen we weer op de weg reden, had ik niet genoeg vaart en stond de auto weer vast. Directe stress natuurlijk! Ik heb de auto stil gezet en Olav verder laten rijden. Toen er een tegenligger aankwam die ons wilde helpen, waren we gelukkig snel weer op weg!

Goed jullie begrijpen, dit is niet goed voor het zelfvertrouwen. Bij elk stukje met hoog zand, ging mijn hartslag omhoog en stond het zweet me in de handen. Vlak voordat we de campsite van Chobe bereikten splitste de weg zich op in verschillende paden. Dit gebeurt vaker, vaak omdat een weg slecht is geworden en reizigers dan een beter pad kiezen. Bij deze splitsing was totaal niet duidelijk welk pad ik moest kiezen. Gevolg, je voelt hem aankomen, ik koos de verkeerde. Na een hobbel stuiterde ik een zandbank op en zat ik muur vast. In high en low 4x4 kwam er geen beweging in en ook Olav lukte het niet de auto te verplaatsen. Helaas waren er nu geen voorbijgangers en waren we dus op ons zelf aangewezen. Er zat niets anders op dan de rubbermatten en de high-end-jack uit de auto te halen en te proberen de voorkant te liften om de matten onder de wielen te leggen. Net toen Olav aan het krikken was, kwam er een grote auto met drie rangers aangereden. Godzijdank hadden we een sleeptouw en konden zij ons, één ranger achter ons stuur, één in de andere auto, één intructies gevend en wij tegen de bumper aan duwend, uit het zand bevrijden. De ranger heeft onze auto op een ander pad gezet en vervolgens konden we verder.

Na dit avontuur had ik me voorgenomen nooit, maar dan ook echt nooit meer, in het zand te rijden. Blijkbaar ben ik niet geschikt voor dit soort avonturen. Maar helaas ging die vlieger niet op. In dit natuurgebied is de weg na elke bocht weer anders, en ik kon Olav toch niet 10 uur op een dag later rijden… Na een lange rit over de slechtste gravel weg ooit, had ik weer genoeg zelfvertrouwen en heb ik de auto zonder problemen Chobe en Moremi door kunnen lozen. De route liep niet alleen door zand, maar ook over gammele bruggetjes en door het water!

Goed zonder problemen… Ik reed ons niet vast, maar er kan natuurlijk nog meer gebeuren onderweg! Op de laatste dag, vandaag, wilden we op de terugweg een andere route nemen dan op de heenweg. Zo zie je nog eens wat, niet waar? Zo gezegd, zo gedaan. Met de kaart erbij gingen we vol zelfvertrouwen op pad. Bochtje hier, afslag daar, een keertje links, een stukje rechtdoor en voor je het weet, heb je geen idee waar je bent! Tenminste, we dachten dat we het in het begin nog wisten, maar toen de wegen waar we op reden totaal niet meer leken op de wegen op de kaart, zelfs water moesten oversteken en ook helemaal geen tegenliggers tegenkwamen, brak het zweet ons uit. We waren verdwaald. De tank was na vier dagen 4x4 rijden half leeg en de reserve tank was al op, dus terugrijden was eigenlijk geen optie, maar doelloos rondrijden ook niet. Gelukkig zagen we in de verte (achter een plas) een auto staan met drie personen erbij. Olav besloot om er heen te rijden. Er liep echter geen weg naar deze auto toe, dus moest hij wel off-road rijden. Dit mag helemaal niet in het park, maar we moesten wat… Voor ons gevoel was dit de enige optie om de weg terug te vinden. (In mijn hoofd maakte mijn gedachten allemaal nare uitstapjes, ik zag ons al midden in de bush kamperen en een reserveband verbranden om aandacht te trekken van de vliegtuigjes in de lucht…) Na flink wat gehobbel en gebobbel bereikten we wonder boven wonder een pad! Geen doorgaande weg, maar het was een pad! Ik bedacht me dat we onze positie konden bepalen met de zon en de schaduw. De zon draait van oost, naar noord (op het zuidelijk halfrond) naar west. Zo konden we zien of we nog ongeveer in de goede richting reden. Later bedachten we ons dat ik ook een heus kompas had ingepakt, voor het geval dat. Dat doe ik elke vakantie, maar elke keer komt hij er weer ongebruikt uit en denk ik de reis erna, zal ik hem nu maar thuis laten? Gelukkig heb ik dat niet gedaan. Met de kaart in de hand en het kompas erboven, zagen we dat we op de hoofdweg reden, maar in de verkeerde richting. Dus toch maar weer keren. Nu zagen we, tot onze opluchting, dat we goed reden. Binnen een uur waren we bij de gate. De ranger bij de balie, schrok toen ik vertelde waar we verdwaald waren. Zoal hij zei: that is a horrible, horrible place, why did you go there? Als er iemand was geweest die ons had verteld dat het zo verschrikkelijk was, hadden we het natuurlijk nooit gedaan! Gelukkig is alles goed afgelopen!

Naast deze avonturen hebben we ook veel moois gezien in beide parken. De natuur is prachtig, het rijden over deze, toch wel toffe wegen, is een ervaring op zich en we hebben veel dieren gezien! Helaas geen luipaard, dus de big-five is niet compleet. Maar wel ontelbaar veel olifanten, vaak heel dicht bij! Zebra’s, giraffen (ik heb er een bijna aangereden toen hij vanuit het niets ineens ging galloperen), impala’s en veel andere mooie dieren. Ook hebben we leeuwen gezien! Eerder al hadden we de groep woestijn leeuwen in het echte wild, in Moremi hebben we er vijf gezien. Drie daarvan liepen vlak langs en voor onze auto! Deze dames trokken zich niets van onze aanwezigheid aan. Als echte heersers liepen ze voor de auto uit en keken zo nu en dan eens om. Eén ging er op de weg liggen, waardoor we er niet eens langs konden. Het was mega indrukwekkend om te zien, de foto’s zijn dan ook fantastisch geworden!

Voordat ik het verhaal afrond, nog één laatste avontuur over de campsites waar we hebben gestaan. Deze campings hebben geen hek om het terrein en zijn daardoor vrij toegankelijk voor alle dieren. De eerste avond stonden we op een camping aan een immense vlakte, waar we overdag al olifanten, zebra’s, impala’s en nijlpaarden zagen. In de avond, wisten we wel dat ze er waren, maar konden we ze niet zien. Dit maakte het bijzonder spannend. Zeker toen we tijdens het koken een enorm geroffel hoorden en ons realiseerde dat er een kudde beesten (waarschijnlijk zebra’s) op ons af kwam. Voor de zekerheid zijn we maar even achter de auto gaan staan. Het gegallopeer kwam verdacht dichtbij en hield snel op. We weten tot op heden niet wat het was. Op een andere campsite, zijn we bezocht door een hyena. Tijdens het koken zat ik aan tafel en stond Olav bij de barbecue, toen ik ineens tussen Olav en de auto een paar gele ogen zag. Met mijn hoofdlampje probeerde ik de kijken wat het was, maar ik zag de ogen enkel dichterbij komen. Ik had geen idee wat het was. Ik wist alleen dat het geen grazer was, die hebben rode ogen in het donker. Met m’n hartslag in mijn keel riep ik uit: Wajoooo! Beest, recht vooruit! Olav draaide zich om en vroeg: Wat? Waar?! Ik wees naar de auto en Olav scheen met zijn lamp. Toen zagen we de contouren van de hyena en huppelde hij weg, schijnbaar niet heel erg onder de indruk. Olav zei: Dat is een hyena. Nog niet bijgekomen van de schrik zei ik: Een hyena?! Nou en! Geef me een stok, dan kan ik hem slaan.

Als ik hier nu aan terugdenk, moet ik zelf een beetje lachen. Hyena’s zijn helemaal geen roofdieren, maar aaseters!

We zitten nu in een lodge met kampeerterrein aan de Okovango Delta. Hier blijven we twee nachten en gaan we lekker relaxen. Geen wekker om 5:30 uur en geen ritten 10 tot 12 uur lang. Lekker bijkomen!

Reacties

Reacties

Annemiek

Ik doe het je niet na hoor, ik vind je hoe dan ook stoer!!!

Henny

Wat een avonturen. We genieten ervan en moeten soms ook lachen.

Geweldig dat je achter het stuur kruipt.

Andre

Ik heb vaak in het terrein gereden maar zand was het meest lastige, geef mij maar een meter diep blubber met veel water erin, veel smerigermaar daar kwam je in low tenminste uit
Mooi verhaal luitjes, geniet van de rust(dagen) en hou het wild buiten de rent
Andre

liset

Ik doe het je zeker ook niet na, maar zie wel je gezicht voor me tijdens deze spannende avonturen haha. Geniet vd laatste dagen!!!! X

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!